burgerschap op de basischool burgerschapsonderwijs

Het is tegenwoordig een heet hangijzer: burgerschap op de basisschool. Wat houdt de burgerschapsvorming voor leerlingen precies in? Waaraan moet je wettelijk voldoen? En waarin krijg je juist de ruimte als basisschool?

 
Op deze en andere vragen over burgerschap op de basisschool geven we op deze pagina antwoord. Daarbij leggen we uit hoe het IPC-curriculum je houvast geeft bij burgerschapsvorming.

Waarom er behoefte aan burgerschapsvorming is

Als je er even bij stilstaat, dan ontdek je dat burgerschap belangrijker is dan je misschien in eerste instantie zou denken. Het is veel meer dan een hippe onderwijsterm en het is veel meer dan een populaire politieke kreet.
 
Samenleven kun je leren en je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen. Thuis, op straat, op het sportveld en natuurlijk op de basisschool. Kinderen ontdekken samen met hun leeftijdsgenoten hoe zij zorgen voor hun omgeving, dichtbij huis en ver weg.
 
Leerlingen ontdekken dat ze van hun leeftijdsgenoten verschillen en soms ook weer heel erg op elkaar lijken. Ze ontdekken ook dat je met elkaar meer bereikt dan alleen.
Burgerschapsvorming is ook leren zeggen wat je denkt. Het krijgen van kritiek is niet altijd leuk, maar je kunt het wel leren, zonder dat je meteen boos wordt.

Waarom burgerschap op de basisschool thuishoort

Kinderen leren altijd en overal. Het grote voordeel van een (basis)school is dat kinderen gericht iets leren. Er zit een idee achter. Dat idee komt van de leraar of het curriculum en indirect van de maatschappij. Er gelden in het Nederlandse onderwijs richtlijnen en wetten die bepalen wat kinderen in ieder geval moeten kennen, kunnen en begrijpen.
 
Welke bijdrage kan een waardevolle plek als de basisschool dan aan burgerschap leveren? Hoe begeleiden we kinderen in hun ontwikkeling tot burgers en wereldburgers? Voor we op die vragen antwoord geven, kijken we eerst naar wat de wetgever in Nederland van basisscholen en burgerschapsvorming vraagt.

De wetgever over burgerschap op de basisschool

In toenemende mate vindt men dat leerlingen niet alleen les moeten krijgen in de klassieke schoolvakken, maar ook in hoe zij omgaan met andere mensen.
 
Om dit wat meer structuur te geven heeft de onderwijsinspectie in 2006 het document “Toezicht op Burgerschap en Integratie”, gepubliceerd. Hierin krijgen scholen de opdracht om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen. In 2021 is de publicatie herzien en aangescherpt (website).
 
Het onderwijs:

  • gaat mede uit van dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving.
  • is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.
  • is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken
    met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten.

 
Het is belangrijk dat scholen deze basiswaarden zelf uitdragen, zodat leerlingen ermee vertrouwd raken. Over de exacte invulling van burgerschap op de basisschool is wettelijk weinig bepaald. Zo hebben scholen veel vrijheid bij de organisatie van hun onderwijs.
 

Wat je als basisschool in elk geval over burgerschap aanbiedt

Een aantal zaken dienen aan bod te komen: kennis van de democratie, de rechtstaat en de grondwet. Voor het basisonderwijs betekent dit dat de kerndoelen 36, 37, 38 en 43 aan bod moeten komen (website). Hierbij gaat het om het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties.
 
De basisschool biedt voor burgerschap een respectvolle oefenplaats, waarin actief geoefend wordt met de basiswaarden en burgerschapsvaardigheden. Leerlingen hebben kennis van, inzicht in en respect voor de 3 basiswaarden: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit.
burgerschapsonderwijs

Burgerschap op de basisschool: wat kun je doen?

De ruime vrijheid van de burgerschapsopdracht stelt scholen voor een aardige uitdaging. Waar begin je? En hoe hou je het overzicht? Het curriculum van IPC geeft je de structuur waarmee je aan de vereisten van het burgerschapsonderwijs voldoet. Met IPC werken kinderen op de basisschool voortdurend aan actief burgerschap. Dat doen ze vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden. Hoe zit dat precies?
 

IPC en actief burgerschap

De vakken Internationaal (wereldburgerschap) en Mens & Samenleving zijn als leerlijnen in het IPC-curriculum verwerkt, met ieder hun eigen leerdoelen. IPC helpt kinderen met het ontdekken van hun eigen nationale en culturele identiteit enerzijds. Anderzijds leren kinderen samenleven met andere nationale en culturele identiteiten.
 
Vanuit dit perspectief komen ook grote mondiale kwesties als wereldvrede, duurzaamheid en armoedebestrijding aan bod. Leerlingen krijgen voortdurend een wisselend perspectief aangeboden en ontdekken zo zelf overeenkomsten en verschillen tussen culturen en landen.
 

Persoonlijke ontwikkeling en burgerschapsvorming

Persoonlijke ontwikkeling en burgerschap gaan hand in hand. Leerlingen hebben persoonlijke en sociale vaardigheden nodig om zich te ontwikkelen tot een wereldburger met alles wat daarbij komt kijken.
 
Bij IPC komen een achttal ontwikkeldoelen doorlopend aan bod tijdens de thema’s. Het gaat om: aanpassingsvermogen, communicatie, samenwerking, onderzoek, ethiek, veerkracht, respect en bedachtzaamheid. De taken zijn zo geschreven dat kinderen voortdurend ervaringen opdoen die prikkelen en aanzetten tot oefenen.
 
Om tot inzichten te komen geef je leerlingen de ruimte om op de doelen te reflecteren. Ook het vieren van waar je beter in bent geworden en het stellen van nieuwe doelen zijn belangrijke momenten in het leerproces.
 

Burgerschap in de IPC-thema’s

IPC werkt zoals gezegd met thema’s. Een aantal thema’s heeft specifiek betrekking op actief burgerschap, bijvoorbeeld het thema ‘Samenleven’. Hier ontdekken kinderen de gemeenschap waar ze in leven, hoe jong en oud met elkaar omgaan en welke overeenkomsten en verschillen er zijn tussen gemeenschappen.
 
Bij het thema ‘Voortrekkers van verandering’ komen verschillende regeringsvormen aan bod en wordt duidelijk hoe we globale problemen als klimaatverandering aanpakken. De grote problemen van deze tijd komen overigens in meerdere thema’s aan bod, bijvoorbeeld in: ‘Weer & Klimaat’, ‘Het Milieu’ of ‘Nederland Waterland’.
 
Het IPC-curriculum biedt in totaal 90 thema’s die allemaal maatschappelijk relevant zijn. De vakken Internationaal en Mens & Samenleving komen net als de persoonlijke ontwikkeldoelen in al die thema’s aan bod. De onderwijstaken die bij elk IPC-thema horen geven de leerkracht steeds inspiratie en tips.
 
IPC is geen rigide methode maar laat het initiatief bij de leerkracht (en de leerling). Alleen zo weet je het leren relevant te maken en sluit je aan bij de leefwereld en het niveau van de leerling. Dat betekent ook dat er genoeg ruimte overblijft voor een invulling van burgerschap die past bij de visie van de basisschool. Wat past bij je school? Op welke facetten van burgerschap wil je op jouw basisschool extra accent leggen?
 

Burgerschap over de landsgrenzen

Met IPC kun je kinderen op vele manieren in contact laten komen met andere culturen. Natuurlijk kun je ook banden aangaan met partnerscholen. Zo zijn er wereldwijd meer dan 1000 IPC-scholen in 90 landen.

Meer informatie over burgerschap op de basisschool?

Zit je nog met vragen ten aanzien burgerschapsonderwijs? Laat het ons gerust weten via info@ipc-nederland.nl. Wil je meer weten over IPC? Bekijk dan ook eens de pagina’s ‘Wat is IPC?’ en ‘IPC op jouw school’.

'IPC en Great Learning Nederland helpen jou als leraar of schoolleider om het weer over leren te hebben.'