Wat is inclusief onderwijs? En waarom is het zo belangrijk? In 2016 nam Nederland het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap formeel aan. Daarmee deed de Nederlandse overheid de belofte dat iedereen met een beperking op gelijkwaardige basis aan het onderwijs kan deelnemen.

Inclusief onderwijs richt zich in brede zin op het creëren van een leeromgeving waarin alle leerlingen mee kunnen doen. Leerlingen voelen zich op hun plek en ervaren een veilige leeromgeving. Inclusief onderwijs betekent bijvoorbeeld dat leerlingen met een handicap of een moeilijke gezinssituatie niet naar een aparte school gaan.
 
In een inclusief onderwijssysteem wordt het onderwijs afgestemd op de leerlingen in plaats van andersom. Iedere leerling is anders en leert op zijn eigen manier. Het onderscheid tussen regulier en speciaal onderwijs vervaagt daarmee.

Wat is inclusief onderwijs in Nederland?

Ondanks de ratificatie van het VN-verdrag in 20216 is het aantal kinderen dat doorstroomt naar het speciaal onderwijs in Nederland nog niet verminderd. Het aantal kinderen dat vanuit een SBO-school terugkeert naar een reguliere basisschool neemt al jaren af (OCWincijfers.nl). Ons huidige onderwijssysteem is nauwelijks ingericht op leerlingen met afwijkende behoeftes. Ondanks dat veel leraren de gedachte van inclusief onderwijs ondersteunen, lukt het ze in de praktijk niet of nauwelijks om dit toe te passen. Veel scholen kampen met overvolle klassen en werken met curricula waar weinig tot geen ruimte is voor werken op eigen niveau.
 

Wat is inclusief onderwijs in het buitenland?

In veel andere landen is inclusief onderwijs al meer de norm. In landen zoals de Verenigde Staten, IJsland en Portugal gaan leerlingen grotendeels naar dezelfde school. Alleen leerlingen met een hele zware beperking genieten ander onderwijs. In een gerenommeerd onderwijsland als Singapore worden alle basisschoolleraren gericht getraind in het lesgeven en omgaan met kinderen met een handicap (UNESCO Global Education Monitoring Report). Er zijn ook trainingen gericht op verdieping, bijvoorbeeld in het lesgeven aan kinderen met autisme.
 
Je kunt alle leerlingen in hetzelfde gebouw zetten, maar ook dan heb je nog geen inclusief onderwijs. Hoe zorg je ervoor dat leerlingen mee kunnen doen? Welke faciliteiten zijn daarvoor nodig? Wat is er in didactisch opzicht nodig? Alleen als je een bevredigend antwoord op die vragen vindt en om weet te zetten naar de praktijk, creëer je inclusief onderwijs.
 
We hebben het hier vooralsnog gehad over leerlingen met een handicap. In het bovengenoemde UNESCO-rapport wordt ook aangegeven dat er wereldwijd op lerarenopleidingen nog te weinig oriëntatie is op het gebied van LHBTI+. Het is hierbij goed om te vermelden dat de aandacht in Nederland voor dit onderwerp wel toeneemt (Saxion.nl). Leraren staan ervoor open, maar missen vaak nog kennis en ondersteuning om leerlingen een veilige omgeving te bieden en vragen over het onderwerp adequaat te beantwoorden.
 

Meer onderzoek naar inclusief onderwijs

Verschillende wetenschappelijke onderzoeken concluderen dat er bij inclusief onderwijs een positief effect is op de schoolprestaties en het sociale welzijn van kinderen (Onderwijsconsument.nl).
 
Inclusief onderwijs heeft een positief effect op de sociale acceptatie van mensen met een beperking. Niet alleen op school maar ook daar buiten. Leerlingen komen vaker in aanraking met mensen die anders denken of doen, waardoor zij nu en in hun latere leven minder vooroordelen hebben.
 
Daarnaast heeft inclusief onderwijs een positief effect op de sociale vaardigheden van leerlingen. Leerlingen met een beperking leren veel van de omgang met leerlingen uit het reguliere onderwijs. Tegelijkertijd voorkom je dat leerlingen zonder beperking het soms verrassende of onverwachte sociale gedrag van hun leeftijdsgenoten met een beperking als vreemd ervaren. In termen van persoonlijke groei en burgerschapsvaardigheden is het flexibel omgaan met verschillen erg waardevol.
 
Inclusief onderwijs zorgt ook voor betere schoolresultaten. Als iets het leren van onze leerlingen kenmerkt dan is dat toch vooral dat ze ook heel veel van elkaar leren. Door samen te werken en/of te spelen vindt er kruisbestuiving plaats. De ene leerling heeft een hogere woordenschat terwijl de andere leerling heel creatief kan denken. Wanneer kinderen met verschillende achtergronden en vaardigheden samenwerken, profiteert iedereen daarvan.
 

wat is inclusief onderwijs?

Inclusief onderwijs in de praktijk

Een mooi voorbeeld van is de samenwerking in het Gelderse Elst, tussen OBS de Esdoorn en speciaal onderwijsschool Lichtenbeek Elst. De ene school is actief in het regulier onderwijs terwijl de ander zich richt op het speciaal onderwijs. Toch zitten de kinderen van beide scholen in hetzelfde gebouw en leren ze op regelmatige basis samen.
 
Leerkrachten van beide scholen bereiden samen de lessen voor en stellen concrete leerdoelen op. De leerlingen werken aan dezelfde leerdoelen. Wel maakt elke leerkracht een vertaalslag zodat de leerdoelen van toepassing zijn op de leerlingen. Vaak zijn kleine aanpassingen al toereikend. Het werken met een plattegrond kan bijvoorbeeld voor leerlingen in het speciaal onderwijs nog lastig zijn. Dit wordt dan opgelost door de plattegrond te vervangen door een foto.
 
Beide scholen zien dat leerlingen beter worden van inclusief onderwijs. Teamleider Linda van Raaij vertelt hierover in een interview dat we onlangs met beide scholen hadden: “De kinderen kijken, ze imiteren en worden door leeftijdsgenoten op sleeptouw genomen.” Leerlingen uit het speciaal onderwijs profiteren van de zelfstandigheid en woordenschat van de andere kinderen. Andersom groeien leerlingen uit het regulier onderwijs bijvoorbeeld op zonder vooroordelen over het speciaal onderwijs.
 
Lees hier het hele interview dat we hadden met beide IPC-scholen uit Elst.

Hoe een curriculum je steun kan bieden

IPC is een curriculum dat scholen ondersteunt bij het verwezenlijken van zowel kansengelijkheid als inclusief onderwijs. Natuurlijk begint het wel bij de scholen zelf, zowel in visie als in de praktijk. Door kleinschalig met de juiste kennis en expertise te experimenteren en te leren van andere succesvolle initiatieven maak je stappen in de goede richting. IPC is daarbij het steuntje in de rug.
 
Hoe zit dat? Met IPC organiseer je het onderwijs zo dat leerlingen op hun eigen niveau kunnen werken. De grote vaardigheden zijn bijvoorbeeld ondergebracht in een doorlopende leerlijn van 2,5 tot 16 jaar. Aan de hand van de niveaus ‘beginnend’, ‘ontwikkelend’ en ‘beheersend’ ontwikkelen de leerlingen zich op deze doorgaande leerlijn.
 
Door middel van leerrubrieken en leeradviezen heeft de individuele leerling extra houvast tijdens het leren. In de rubrieken herkent de leerling wat het huidige niveau is. Door naar de leeradviezen te kijken weet de leerling wat er nodig is om het volgende stapje te maken. Een deel van de reguliere leertaken zijn zo ingericht dat leerlingen samenwerken en van elkaar leren. De thematische benadering van het curriculum maakt het makkelijker om je leerlingen samenhang te laten ervaren, ook als ze op hun eigen niveau leren.
 

In het kort

We weten nu wat inclusief onderwijs is en dat het voordelen heeft voor alle leerlingen. Desondanks slaagt het Nederlandse onderwijs er vooralsnog beperkt in om het in de praktijk toe te passen. Gesteund door kleinschalig experimenteren en leren van best practices zijn er her en der succesvolle initiatieven, waarmee zowel leraren, kinderen en ouders ontzettend gebaat zijn. Een curriculum als IPC geeft je meer regie over je onderwijs, waarbij je beter omgaat met verschillen tussen je leerlingen.

'IPC en Great Learning Nederland helpen jou als leraar of schoolleider om het weer over leren te hebben.'