Hoogbegaafdheid op de basisschool is een terugkerend thema, ook voor veel IPC-scholen. Daarom spraken we onlangs gastspreker, auteur en specialist op dit terrein: Tijl Koenderink. Dit artikel is onderdeel van een tweeluik. Tijl vertelt in het andere artikel meer over de School of Understanding en de unieke werkwijze van deze school uit Amstelveen.
Wat is hoogbegaafdheid?
Hoogbegaafdheid is een filosofisch concept waar de wetenschap al het nodige aan heeft genuanceerd. Tijl legt dat treffend uit: “Persoonlijk praat ik liever over cognitief getalenteerd dan over hoogbegaafd. Hoogbegaafdheid is eigenlijk een redelijk vage term die vaak te veel aan IQ gekoppeld wordt. Zo’n 100 jaar geleden stelde Charles Spearman al dat intelligentie meetbaar is. Ondertussen hebben we modellen met minimaal 32 geïntegreerde factoren die al dan niet tot hoogbegaafde prestaties leiden.”
“Hoogbegaafdheid gaat volgens mij vooral erover dat sommige kinderen meer cognitief talent hebben dan andere. Ze denken sneller of associëren makkelijker en kunnen misschien ook wel sneller leren. Het zijn enkele voorbeelden van hoe hoogbegaafdheid zich bij een kind op de basisschool kan uiten. Ik moedig scholen aan om niet blind te staren op of een kind al dan niet hoogbegaafd is. Het gaat erom hoe je voldoet aan de ondersteuningsvragen van het kind. Dat geldt voor elk kind in je klas, hoogbegaafd of niet. Het ene kind heeft misschien wat extra stappen of extra uitleg nodig. Het andere kind wil juist een blanco canvas om creativiteit de vrije loop te laten.”
Uitdagingen bij hoogbegaafdheid op de basisschool
Tijl schreef onder andere het boek: ‘7 uitdagingen in het onderwijs aan cognitief getalenteerde kinderen.’ Aan de hand van deze uitdagingen krijg je een beter beeld van hoogbegaafdheid. Tijl gebruikt de metafoor van de cheeta om hoogbegaafdheid op de basisschool te duiden. De cheeta is op de Afrikaanse savanne het snelste landzoogdier ter wereld. Eenmaal in het kleine dierentuinverblijf zal het dier zijn snelheid verliezen. In een ruim opgezet safaripark lijkt aan alle voorwaarden voldaan, maar ook daar zal de cheeta snelheid verliezen als natuurlijk gedrag niet gestimuleerd wordt.
Hoe vertaalt die metafoor zich tot het Nederlandse onderwijs? “Het basisschoolsysteem is in feite op vmbo-niveau ingericht. Kinderen die uiteindelijk naar het vwo gaan of zelfs hoogbegaafd zijn, worden constant te weinig uitgedaagd. Daardoor ontwikkelen ze niet of beperkt het vermogen om om te gaan met uitdagingen. Wanneer ze op een punt komen in hun leven dat ze wel uitgedaagd worden, geven ze misschien makkelijker op of weten ze simpelweg niet hoe ze te werk moeten gaan.”, zegt Tijl.
Geheugen en begrip
Één van de uitdagingen die Tijl in zijn boek beschrijft, is het leren door geheugen en begrip. Je kunt leren door dingen uit je hoofd te leren of je kunt leren door dingen te begrijpen. Uiteindelijk heeft een leerling beide kwaliteiten nodig. We zien dat wanneer leerlingen heel erg succesvol zijn in het één, ze vaak minder zijn in het ander. Hoogbegaafde leerlingen begrijpen nieuwe leerstof vrij snel, waardoor een deel van hen zich niet genoodzaakt voelt om uit het hoofd te leren.
Tijl legt dat verder uit: “Waarom zou ik als hoogbegaafd kind dingen uit mijn hoofd leren? Dat is heel veel werk. Alleen, vroeg of laat ontdekt het kind dat het niet op één van die twee poten kan leunen. Je hebt om nieuwe dingen te leren zowel achtergrondkennis nodig als begripsvermogen. Op een bepaald punt mis je de benodigde kennis en/of weet je niet goed hoe die te verkrijgen.”
Omgaan met hoogbegaafdheid in de klas
Leerlingen hebben een curriculum nodig waarmee je op de juiste manier kunt differentiëren als leerkracht. Als je dat niet doet, verlies je de leerling.
“Sommige kinderen hebben zestien herhalingen nodig om tot een conclusie te komen; sommige maar drie. Als je het kind dat maar drie herhalingen nodig heeft, dwingt om het zestien keer te doen, dan dood je het enthousiasme en de nieuwsgierigheid van die leerling. Er is geen volwassene die het zou pikken om dertien keer te vaak iets te herhalen. Toch verwachten we dit wel van onze kinderen.”
Het maakt ook een wereld van verschil op welke manier een leerkracht het onderwijs differentieert. Tijl licht dat toe met een simpel voorbeeld: “Je doet het kind dat het na drie herhalingen al begrijpt geen plezier met sommen met een extra nulletje erachter. Het kind heeft een inhoudelijk vraagstuk nodig, waarbij het uitgedaagd wordt. Als een leerling bijvoorbeeld goed is in creatief en associatief denken, dan vereist dat leerstof die juist niet in hele kleine brokjes aangeboden wordt. Een topdown-aanpak is dan beter. Je reikt een totaalplaatje aan waarmee het kind zelf aan de slag gaat met de missende puzzelstukjes.”
IPC en hoogbegaafdheid op de basisschool
Hoe sluit IPC hier op aan? Tijl heeft door de jaren heen heel wat scholen begeleid die ook met IPC werkten. Bovendien werkt zijn eigen school, de School of Understanding, met IPC. We vroegen hem natuurlijk ook op welke manier IPC tegemoet komt aan hoogbegaafdheid op de basisschool.
Tijl zegt hierover: “Het IPC-thema Chocolade heeft bijvoorbeeld zowel een historisch perspectief als een aardrijkskundig perspectief. Daarmee kom je bij de kern van topdown-leren. Je hebt een integraal concept (chocolade) en dat laad en vul je met al die verschillende onderdelen. IPC faciliteert de leerkracht om verschillende routes en tempo’s aan te bieden, zonder dat een kind verbijzondert. Als je heel methodisch werkt dan gaan 26 leerlingen met dezelfde taak aan de slag. Een groepje van vier hoogbegaafde kinderen krijgt dan een verdiepingsboekje met een andere opdracht. Bij IPC starten alle leerlingen in hetzelfde startpunt. Ze doorlopen het leerproces samen en werken daarbij ieder op hun eigen niveau en in hun eigen tempo. Iedereen is met IPC normaal in het feit dat ze allemaal uniek zijn.”
Tips voor de leerkracht
Heeft Tijl Koenderink nog tips voor leerkrachten met hoogbegaafde kinderen in de klas? Jazeker: “De vraag is: wie geef ik een tip? Werk je op een school met goed formatief, gedifferentieerd onderwijs? Dan lost 90 procent van de ondersteuningsvragen ten aanzien van hoogbegaafdheid zichzelf op. Dat is dankzij je werkwijze. De 10 procent ondersteuningsvragen die overblijven, zijn specifieker en verschillen per leerling. Denk aan ondersteuningsvragen die te maken hebben met autisme.”
“Werk je op een school die bijvoorbeeld net met IPC gestart is? Zorg dan dat je nadenkt over het differentiatie-vraagstuk voordat je een thema start. Timmer je plannen niet helemaal dicht met hoe je een leerling van a naar b begeleidt. Hou vast aan de structuur van het leerproces van IPC, maar zorg dat het kind daarbinnen de ruimte krijgt voor eigen inbreng. Zeker als je als school net begint met procesmatig en formatief werken, is de neiging groot om zwart-wit te denken. Of een kind moet doen wat ik zeg of hij moet het helemaal autonoom kunnen. De veelgemaakte fout is dat je als leerkracht denkt dat een cognitief en inhoudelijk getalenteerd kind, ook een hoog zelfsturingsniveau heeft.”
“Ga met kinderen zitten en kijk enerzijds naar wat ze met hun autonomie willen, maar kijk dan ook naar hoe jij je begeleiding aanpast op het vermogen van de leerling om er mee om te gaan. Sommige kinderen hebben het dan toch even nodig om elke dag eventjes twee minuten aan je bureau te staan. Dan help je ze om te structureren wat ze die dag gaan doen. Daarbij blijf je dus bij de proceskant. Inhoudelijk wil je hoogbegaafde kinderen uitnodigen om zelf aan de slag te gaan.”
Meer verhalen uit het basisonderwijs lezen?
Op deze website lees je nog meer interviews over IPC. We proberen scholen met bijzondere verhalen en ervaringen zo nu en dan in de spotlights te zetten. Veel leesplezier!
Thematisch onderwijs op basisschool De Verbeelding
Basisschool De Verbeelding uit Haarlem pakt hun thematisch onderwijs groepsdoorbroken en vakverbindend aan, met behulp IEYC en IPC.
Wat wereldburgerschap betekent in Duindorp
Wereldburgerschap is een belangrijk thema voor basisschool de Meerpaal. Coördinatoren Magda Leerdam en Steven Spaans lichten toe.
Hoe regulier en speciaal onderwijs samen leren
Basisschool OBS De Esdoorn met regulier onderwijs en Lichtenbeek Elst met speciaal onderwijs werken al 12 jaar succesvol samen. De kinderen van beide scholen zitten in hetzelfde gebouw en leren geregeld samen. Dat maakt ons ontzettend benieuwd naar deze bijzondere samenwerking.